Historie van de kerk

Geschiedenis van de kerk

De 15e november 1650 was een belangrijke dag voor Niezijl; de Provinciale Staten van Stad en Lande stelden 600 florijnen (inclusief het traktement voor een predikant) ter beschikking voor de bouw van een kerk. Toch was dit bedrag ook in de 17e eeuw te weinig voor een kerk. Tien jaar later, op 19 januari 1660, kwamen de Staten nogmaals over de brug: ditmaal werden er 4000 florijnen beschikbaar gesteld. Waarom er tien jaar later een nieuwe kerk moest komen, is niet bekend. Toch valt uit het prijsverschil in de tien jaar af te leiden dat de eerste kerk ongetwijfeld (te) klein was, en misschien ook niet al te best van constructie. In 1663 kon de kerk in gebruik worden genomen. Getuige de afgehakte wapens in het noordelijke poortje is ook de Franse revolutie niet aan Niezijl voorbijgegaan.

Het uiteindelijke kerkje dat is gebouwd, is een eenvoudige zaalkerk met rechte koorafsluiting. De voorgevel wordt afgemaakt met een licht wijkende dakruiter. Er zijn vijf traveeën, die worden gescheiden door lisenen; drie traveeën beschikken over grote rondboogvensters met vorktraceringen. In de noord- en westwand zijn ingangen onder een korfboog. De westwand is gesloten om het gewicht van de houten dakruiter uit 1862 te kunnen dragen.

Het interieur is opmerkelijk gaaf, zeker na de restauratie van 1991. Het interieur is wit met een blauw balkenplafond. De preekstoel is een schoolvoorbeeld van het type kansel uit de 17e eeuw met decoratie, ontleend aan de voorbeeldboeken van de Nederlandse architect Vredeman de Vries. Hoewel het orgel al rond 1680 gebouwd werd, werd het pas in 1920 in Niezijl geplaatst. Sinds de bouw werd het orgel diverse keren vernieuwd en uitgebreid en in 1991 gerestaureerd door Mense Ruiter.